Op 22 juni werden de verkeerslichten van het Weteringcircuit in Amsterdam in gebruik genomen. Dit was ook het moment dat afscheid werd genomen van de verkeersregelaars die daar maandenlang aan het werk zijn geweest om de chaos vanwege de bouw van de Noord-Zuidlijn te bedwingen. Het was een kleine ceremonie, met koffie, thee en koek. Met een dankwoord van Désirée Barendregt, de projectmanager van de gemeente Amsterdam, en met een mooie toespraak van een van de verkeersregelaars die vertelde dat ze blij waren met de complimenten. Even dreigde het nog mis te lopen, toen de stoplichten even uitvielen en de verkeersregelaars moesten inspringen. Onderstaand profiel komt binnenkort op de site van gemeente Amsterdam, ter ere van de verkeersregelaars.
Ontmoeting met de verkeersregelaars
Je komt ze tegen in chaotische verkeerssituaties. Je bent gewend rechtsaf te slaan, maar nu is de weg opgebroken en moet je rechtdoor. Ergerlijk, want dat is een omweg en het verkeer is onoverzichtelijk. Iedereen is zijn routine kwijt en zoekt zo goed mogelijk zijn weg. Op de hoek van de straat staan mensen het verkeer te regelen. Je ziet ze in het voorbijgaan en herkent hun gekleurde pakken, maar de contacten met hen zijn te vluchtig om aan de praat te raken.
Mensen hebben uitgesproken ideeën over deze beroepsgroep. Sommigen hebben met hen te doen, hoe ze daar dag-in-dag-uit, in weer en wind de verkeersdrukte trotseren. Ze gaan ze expres groeten om te laten zien dat ze hen zien staan. Anderen gedragen zich juist laatdunkend. Een van de verkeersregelaars schat, dat ongeveer 80% van de mensen op straat vervelend tegen hen is of hen zelfs uitscheldt.
Maar deze beelden corresponderen niet met de manier waarop de regelaars over hun eigen werk denken. Ze houden van de vrijheid in het werk, ze houden ervan om lekker buiten te zijn. Ze krijgen een taak en dan doen ze dat. Ze vinden de flexibele contracten prettig. Het liefst hebben ze drukke situaties. Liever dat dan lang staan wachten om zo nu en dan een vrachtauto een hek binnen te loodsen. Een kruispunt zoals het Weteringcircuit, in hartje Amsterdam, is voor velen een kolfje naar hun hand. ‘Hoe meer chaos, hoe meer vreugd’ zegt de coördinator van de regelaars van het circuit, en hij vertelt dat zijn medewerkers heel graag op deze plaats werken. Het liefst willen ze een kruispunt regelen.
De verkeersregelaars zien het bewaken van de veiligheid als hun belangrijkste taak, naast het zorgen voor de doorstroom. Bij veiligheid denken ze aan netjes oversteken, maar dat is niet het enige. De coördinator vertelt dat ze ook betrokken zijn bij het beoordelen van verkeerssituaties. Als ze een bepaalde omleiding geen goed idee vinden, als ze zien dat die niet werkt vertellen ze dat aan de uitvoerder.
Het komt vaak voor dat de verkeersdeelnemers niet naar hen luisteren en dat ze gevaarlijke situaties veroorzaken. Fietsers rijden dwars door de werkzaamheden heen, scooters trekken zich niets van een stopteken aan. De verkeersregelaars hebben niet veel middelen in handen om daar iets aan te doen. Ze kunnen mensen aanspreken, ze hebben een fluitje. Ze kunnen in discussie gaan, maar hoe meer discussie, hoe bozer mensen worden. Ze zien niet altijd kans om chaos te voorkomen en dat komt hun gezag niet ten goede. ‘Wat sta je nu te regelen?’, hoorde ik een fietser roepen. Van schelden trekken de verkeersregelaars zich niets aan. ‘Gewoon laten gaan’ is hun strategie, daar zijn ze op getraind. Of mensen naar ze luisteren is afhankelijk van het gezicht dat ze erbij trekken. Daarom, vinden ze, is het belangrijk dat je zichtbaar maakt dat je serieus bezig bent met je werk. Iemand die met zijn handen in zijn zak tegen een lantaarnpaal staat aangeleund kan niet verwachten dat mensen zich iets van hem aantrekken. De coördinator ziet meteen of iemand geschikt is voor het werk. Hij zegt dat hij minimaal twee weken geduld heeft, en is er dan nog geen stijgende lijn, dan is het afgelopen en stuurt hij iemand weg.
Iedere ochtend bespreekt het team wat er die dag gaat gebeuren en hoe ze dat gaan aanpakken. Iedere avond bespreken ze hoe het gegaan is. Of ze lekker hebben gewerkt, of er gevaarlijke situaties zijn geweest, of er dingen zijn die beter kunnen. De coördinator geeft feed-back op wat hij overdag heeft gezien. Wanneer de verkeerde tram bijvoorbeeld voorrang heeft gekregen, zegt hij zijn collega’s dat ze beter op de portofoon moeten letten. Ook vragen de verkeersregelaars de coördinator om instructies: ‘Hoe zal ik gaan staan, Rachid?’ Maar de meesten zijn heel eigenwijs en soms overrulet de coördinator ze. Zo vindt hij, dat fietsen voor auto’s moeten, omdat hij dat veiliger vindt. Als ze het daar niet mee eens zijn, moeten ze maar naar kantoor bellen dat ze ergens anders willen staan.
Verkeersregelaars bestaan nog niet zo lang. Hun opleiding, aanstelling, examinering en uitrusting is in 2009 door de Minister van Verkeer en Waterstaat geregeld. Ze volgen een korte opleiding met een theoretisch en een praktisch gedeelte dat in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de politie wordt afgenomen. Net als stadswachten en straatcoaches beschikken ze niet over de bevoegdheden en de geweldsmiddelen van de politie. Hun aanwijzingen moeten worden opgevolgd, ook als de verkeersborden iets anders aangeven. Maar als mensen niet naar hen luisteren, hebben verkeersregelaars de politie nodig om daar tegen op te treden. Het gebeurt wel dat het tot een boete komt, zoals toen ze een scooterrijder die drie overtredingen beging hebben laten bekeuren. Ze hielden hem vast totdat de politie kwam en een boete van 390 Euro uitschreef. Of zoals de taxi die hen negeerde en gewoon doorreed. Lang niet iedereen weet wat de verkeersregelaars precies doen, lang niet iedereen kent hun formele bevoegdheden of weet dat het politie-agenten-light zijn. Daarom dit beroepsportret, een ontmoeting die meer is dan een kort moment van voorbij fietsen. Om mensen kennis te laten maken met de verkeersregelaars.
mooi portret!