Home

Bibliotheken zijn vrijplaatsen. Als het goed is, kan je er alles vinden wat mensen in de loop van de tijd hebben bedacht en vastgelegd. Je kunt er boeken lezen, op papier en in e-book formaat, je kunt er films bekijken en op een computer grasduinen. En tegenwoordig kan je er nog veel meer, zoals Nederlands leren, mensen ontmoeten, voorlezen of voorgelezen worden. Die grotere variatie geldt voor openbare bibliotheken en voor schoolbibliotheken. In het voortgezet onderwijs spreekt men van ‘mediatheken’.

Een ongeregeld hoekje in een gereguleerde instelling

Vergeleken met openbare bibliotheken hebben mediatheken iets extra’s te bieden. Ze bevinden zich binnen de school, maar buiten de orde van de klas. Ze zijn een ongeregeld hoekje in een gereguleerde instelling. Kinderen hebben er een grote vrijheid, ze kunnen op zoek gaan naar een boek waarin ze zin hebben , ze kunnen een schoolopdracht maken, ze kunnen er met elkaar chillen.

Er ligt geen vast curriculum dat ze in de mediatheek moeten afwerken, er staat geen SO op ze te wachten. Ze kunnen zich er aan de sociale dynamiek van de klas onttrekken en aan de vaste rollen die ze daar hebben. De mediatheek is voor hun een laagdrempelige en vertrouwde plek. Ze kennen de medewerkers en de medewerkers kennen hen.

Naar eigen inzicht van de mediathecaris

Niet alleen kinderen, maar ook scholen en mediathecarissen hebben een grote vrijheid in de mediatheek. Bij het samenstellen van de collectie hoeven scholen zich niet aan voorschriften te houden, en er zijn geen richtlijnen voor de activiteiten die in de mediatheek zouden moeten plaatsvinden. Aan mediathecarissen worden vrijwel geen professionele eisen gesteld. De mensen die ik aan het werk heb gezien, hebben zich in interactie met hun leerlingen ontwikkeld tot leesspecialisten, en dat specialisme loopt dwars door alle andere schoolvakken heen.

Het ontbreken van regels geeft mediathecarissen de mogelijkheid om hun mediatheek naar eigen inzichten in te richten, en zo aan te sluiten bij de behoeften die ze bij de leerlingen van hun school aantreffen. Die behoeften kunnen sterk van elkaar verschillen. Kinderen die net in Nederland zijn aangekomen gebruiken de mediatheek op een andere manier dan kinderen die in Nederland zijn opgegroeid De variatie tussen de mediatheken in het voortgezet onderwijs is dan ook even groot als de verschillen tussen de leerlingpopulaties.

Ik heb in 2021 en 2022 onderzoek gedaan in drie mediatheken: op het Munduscollege en het Barlaeus Gymnasium in Amsterdam, en op het Hermann Wesselink College in Amstelveen. Deze drie scholen staan voor werelden van verschil. De mediatheken hebben er heel verschillende functies, al zijn die wel onder dezelfde noemer te brengen: ervoor zorgen dat leerlingen zich beter in de wereld kunnen oriënteren. Mijn verslag van dit onderzoek eindigt met een pleidooi voor meer aandacht voor de schoolmediatheken, en een versterking van de positie van mediathecarissen binnen de school. Het zou zo geregeld moeten zijn dat iedere school in het voortgezet onderwijs een goed voorziene mediatheek heeft en een betrokken en deskundige mediathecaris.

Hun kracht is ook hun zwakte

Maar in het ongereguleerde karakter ligt ook de zwakte van mediatheken. Op veel scholen hebben ze een marginale positie. Mediathecarissen hebben weinig mogelijkheden om zich te laten horen, en wanneer een mediathecaris vertrekt of de school ruimtegebrek heeft, staat het scholen vrij om hun mediatheek op te heffen of in te krimpen. In 2012 waren er in het voortgezet onderwijs 709 bibliotheken, in 2019 waren het er nog maar 561. De verdwijning van al die schoolbibliotheken heeft zich ondanks de zorgen over het lezen in stilte en zonder protest voltrokken.

Zijn regels de oplossing?

Maar daar zie ik een dilemma. De afwezigheid van regels heeft grote voordelen. Het geeft kinderen een vrijheid die hun in de afzonderlijke vakken zelden wordt gegund. Het maakt de mediatheek een aantrekkelijke plaats, waar ze merken dat ze serieus worden genomen en waar ze meer bewegingsvrijheid hebben dan in de klas. Het geeft mediathecarissen de vrijheid om hun mediatheek aan te passen aan hun eigen school en hun eigen leerlingen. Aan de andere kant maakt die ongeregeldheid mediatheken kwetsbaar.

Regels en protocollen zouden de mediatheek kunnen beschermen, maar de aantrekkelijke kanten van de mediatheek zouden daardoor ook in gevaar kunnen komen. Een betere verankering binnen de school kan de vrijheid van kinderen beperken (al hoeft dat niet per se). En een professionaliseringsproces van mediathecarissen met hogere opleidingskwalificaties zou als ongewenst neveneffect kunnen hebben dat mensen met jarenlange ervaring, die niet aan die standaarden kunnen beantwoorden daardoor aan de zijlijn komen te staan.

Regel de ongeregeldheid!

De kracht van mediatheken ligt in hun ongeregelde karakter. Ze bieden leerlingen en mediathecarissen veel vrijheid. Meer regeling zou meer bescherming bieden, maar daarmee loop je het risico de vrijheid aan te tasten. Mediathecarissen lijken me de aangewezen personen om dat laatste te voorkomen en mediatheken zo te organiseren dat de positieve ongeregeldheid blijft bestaan. Vrijheid is de kracht van de schoolbibliotheek.

Leave a comment