Home

lisanne

 

Iedereen is het erover eens: Lisanne Fons is de Landelijke Uitblinker mbo van 2016. Het ID College roemt haar doorzettingskracht, Jet Bussemaker vindt haar ‘een hele goeie winnares, iemand met hart voor het onderwijs’. Maar er is nog iets bijzonders met Lisanne aan de hand. Ze is als klein meisje op het speciaal onderwijs terecht gekomen, omdat ze moeite had met leren. De leerkrachten vonden het beter voor haar als ze in een kleinere klas zou zitten.

Lisanne denkt inderdaad dat haar dat geholpen heeft, maar het speciaal onderwijs had ook grote nadelen. Als je iets niet begreep, dan was dat zeker ‘te hoog gegrepen’. Dan mocht je gaan kleuren en gaan knutselen. Als kind vond ze het fantastisch om steeds met kleurplaten thuis te komen, maar al dat geknutsel leverde haar wel een achterstand op. Dat was onhandig, want ze wilde heel graag hoofdagent worden.

Gelukkig steunden haar ouders haar keuze. Die zeiden: ‘Ga het gewoon proberen, je kan altijd nog iets anders kiezen.’ En dat proberen ging haar goed af. Ze haalde haar vmbo-basisdiploma, zonder haperen en met mooie cijfers. Daarna stroomde ze door naar het mbo en volgde een opleiding die een beetje op de politie leek, Orde en Veiligheid, niveau 2. Ze deed één jaar over de tweejarige opleiding. Bij een intakegesprek voor mbo-3 Handhaving Toezicht en Veiligheid hoorde ze van het bestaan van een specifiek politietraject’, een extra jaar ter voorbereiding op de politie-academie. Dat was haar op het lijf geschreven, omdat ze daarna mee zou kunnen doen aan de selectie voor de politie-academie, voor een opleiding op mbo-4 niveau. Ze heeft nu bijna haar diploma gehaald en gaat in 2017 aan de toelatingsprocedure meedoen.

De afgelopen jaren heeft ze steeds meer zelfvertrouwen gekregen, ook in de verschillende stages die ze heeft gelopen en waarin ze steeds meer verantwoordelijkheden kreeg toebedeeld. De les die ze uit haar eigen schoolloopbaan heeft geleerd: ‘Geef niet op wat je echt leuk vindt.’ Ze vertelt dat ze een keer voorlichting over het mbo moest geven aan leerlingen van het speciaal onderwijs, maar degene die haar instrueerde vond dat zij de voorlichting te hoog inzette. Dat zou te moeilijk voor de leerlingen zijn. En de leerlingen zelf sloten daarbij aan en zeiden tegen haar:’Daar ben ik te dom voor’. Lisanne vindt dat erg, omdat zij daarmee te kennen gaven dat ze opgaven wat ze leuk vonden. Wat moest ze de leerlingen dan vertellen, als ze aan haar geïnteresseerd kwamen vragen ‘waar is de gezondheidszorg?’ of als ze zeiden dat ze ‘iets met nagels’ wilden doen?

Tegen dit soort ontmoediging wil Lisanne zich keren. Ze zegt dat ze wil laten zien hoe belangrijk motivatie is. Het is niet iedereen gegeven om te bereiken wat ze het liefst zouden willen, maar voor veel mensen geldt dat ‘het er zeker in zit’. Dat was één van de dingen die ze op de voorlichtingsdag merkte. De boodschap die ze wil overbrengen is: ‘Doe wat je graag wilt; dat zal je stimuleren om je daarvoor echt in te zetten’.

Lisanne stelt zichzelf ten voorbeeld en wil op die manier zelfvertrouwen geven aan leerlingen, die naar haar idee onderschat worden. Dat streven is meer dan ‘Yes, you can’. Het sluit direct aan bij het klassiek geworden ‘Pygmalion in the classroom’, een experiment van Robert Rosenthal en Lenore Jacobson in 1968. Rosenthal gaf leerkrachten beoordelingen van leerlingen die niet berustten op hun prestaties en die willekeurig waren uitgedeeld. Leerkrachten bleken de kinderen met de zogenaamd goede beoordeling extra te stimuleren en meer aandacht te geven, en die kinderen reageerden daarop en gingen het beter doen dan de anderen. Omgekeerd hadden de lage verwachtingen van de leerkrachten op de zogenaamd dommere kinderen een negatief effect. Ze gingen minder goed presteren. Een fake-beoordeling bleek in de praktijk van de klas, in de interacties tussen leerkracht en leerling een reëel effect te hebben. De op niets gestoelde verwachtingen van de leerkrachten bleken de intellectuele ontwikkeling van leerlingen te stimuleren of af te remmen. Dit mechanisme kennen we allemaal uit eigen ervaring of uit voorbeelden uit onze omgeving. Zie ook de roman De geniale vriendin, waarin Elena Ferrante beeldende illustraties geeft van de manier waarop een leerkracht de schoolprestaties van de twee hoofdfiguren beïnvloedt.

Intellectuele vermogens worden in het onderwijs vaak ten onrechte voorgesteld als doorslaggevend voor het succes van leerlingen, als onveranderbare en vaststaande gegevens. Maar motivatie en zelfvertrouwen zijn minstens zo belangrijk voor de ontwikkeling en de schoolprestaties van leerlingen. Het belang daarvan wordt echter onderschat. Lisanne Fons kan leerlingen het komende jaar motiveren om dát te doen wat ze echt graag willen. Ze kan hun het zelfvertrouwen en de moed geven, die ze – naast doorzettingsvermogen – hard nodig zullen hebben om te bereiken wat ze willen.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s